Windenergie, windturbines – in Nederland praten en schrijven we er veel over. Wat doet Albrandswaard met windenergie?
Europa en Nederland hebben afspraken gemaakt over energie en klimaat. De Europese Unie heeft als doel dat in het jaar 2020 20 procent van het energieverbruik door duurzame energie wordt opgewekt. Het aandeel duurzame energie in Nederland is nu ongeveer 5,9 procent. Nederland heeft een doelstelling van 14 procent in 2020. Het Rijk wil dat onder meer bereiken met windenergie op land en op zee. In 2020 moet 6.000 megawatt aan windenergie op land gerealiseerd zijn. Provincies en gemeenten zijn verplicht daaraan een bijdrage te leveren.
In regionaal verband op gaan we op weg naar een CO2 neutrale omgeving. De gemeente heeft de regie om op lokaal niveau te zorgen dat alle wijken aardgasvrij zijn en dat we in 2050 CO2 neutrale wijken kennen. Dit doen we door gebruik te maken van schone en duurzamere energiebronnen in huis. Ook in regionaal verband wordt bekeken hoe we naar een CO2 neutrale maatschappij kunnen gaan. Bij de uitwerking van de plannen straks worden inwoners, bedrijven en verenigingen nauw betrokken.
Neem contact met ons op via energietransitie@albrandswaard.nl.
Mag de overheid overal windmolens neerzetten?
Nee. Om een windmolen te kunnen plaatsen, moet aan heel veel regels en wetten worden voldaan. Zo zijn er bijvoorbeeld regels over veiligheid, schaduw en geluid.
Waarom staan sommige windmolens op het land? Kunnen we ze niet beter in zee zetten?
De overheid heeft bepaald dat er zowel op land als op zee windparken moeten komen. Windmolens op zee bouwen is moeilijker en duurder dan wanneer we ze op land bouwen. Daardoor kunnen we (nog) niet alle windturbines op zee bouwen.
Hoe hoog zijn windmolens?
Dit is afhankelijk van wat er mogelijk is in onder andere het plangebied. Voor Vaanplein worden er nu 3 opstellingen onderzocht, namelijk:
- 3 keer 150 meter tiphoogte
- 2 keer 250 meter tiphoogte
- 3 keer 250 meter tiphoogte
Hoe ver moeten windmolens van woningen vandaan staan?
400 tot 600 meter. Dat staat in de wet. Het geluid van een windmolen in de buurt van woningen mag per jaar niet hoger zijn dan gemiddeld 47 decibel overdag en gemiddeld 41 decibel ’s nachts.
Wat merken omwonenden van de schaduw van windmolens?
Windmolens veroorzaken veel slagschaduw. Omwonenden kunnen daar last van hebben. In de wet staat hoe we dit zo veel mogelijk kunnen beperken. Bijvoorbeeld door de windmolens soms stil te zetten. De molens mogen niet meer dan 17 dagen per jaar en niet meer dan 20 minuten per dag schaduw veroorzaken op een woning.
Waarom gebruiken we niet alleen zonnepanelen?
Om de klimaat- en energiedoelen in Nederland te halen, hebben we zonne-energie én windenergie nodig. Het opwekken van windenergie heeft minder ruimte nodig dan het opwekken van zonne-energie. De energieopbrengst van 1 windmolen staat gelijk aan ongeveer 12 voetbalvelden met zonnepanelen.
Waarom staan windmolens soms stil?
Daarvoor zijn verschillende redenen. Als het niet of nauwelijks waait, draait de molen niet. Als het te hard stormt (vanaf windkracht 10) staan de meeste molens stil, vanwege de veiligheid. Ze zijn nog niet allemaal ontworpen voor zulke windsnelheden. De meeste, nieuwe windmolens kunnen meer dan 95% van de tijd gewoon draaien als er wind is. Oudere windmolens zullen iets vaker stil staan, omdat er meer onderhoud nodig is.
Hoe lang duurt het om de energie terug te verdienen die nodig is om een windmolen te bouwen en te onderhouden?
Uit onderzoeken in onder andere Duitsland blijkt dat een windturbine de energie die nodig is voor de hele levenscyclus (bouwen, plaatsen, onderhoud, afbreken) in 3 tot 6 maanden terug verdient. De levensduur van een windturbine is 15 tot 20 jaar. In ongeveer diezelfde 6 maanden heeft de turbine ook de uitstoot aan onder andere broeikasgas C02 die nodig is tijdens de hele levenscyclus ‘terugverdiend’, omdat er geen fossiele brandstoffen nodig zijn bij de productie van elektriciteit uit wind. Energiecentrales die werken met kolen of gas blijven CO2 uitstoten.
Windmolens en vogels, gaat dat wel samen?
Windmolens kunnen negatieve gevolgen hebben voor vogels en vleermuizen. Daarom doen we altijd eerst onderzoek naar de natuur en de (beschermde) diersoorten die er leven voordat we beslissen of er windmolens komen. Dit staat ook in de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de regels over de Ecologische Hoofdstructuur. Uit rapporten van onder andere het Wereld Natuur Fonds blijkt dat windmolens maar een heel klein deel van de vogelslachtoffers veroorzaken die door menselijk handelen om het leven komen. Dit is ongeveer 1 tot 2 procent van het totaal dat door het verkeer wordt getroffen.
Wie profiteert straks van de stroom die wordt opgewekt door de windmolens Vaanplein?
De gemeente vindt draagvlak voor de plaatsing van windmolens belangrijk en begrijpt dat omwonenden de nabij opgewekte groene stroom het liefst uit de eigen stopcontacten wil halen. De gemeente zal daarom haar invloed aanwenden jegens de toekomstige exploitant van de windmolens, om de groene stroom te goede te laten komen van de directe omgeving. Echter, een overheid mag zich niet bemoeien met marktwerking. Er is een levendige handel in GVO’s – garanties van oorsprong – wat betekent dat de stroom ook ten gunste kan komen van bijvoorbeeld andere regio’s. In die zin kan het dus ook zo zijn dat de omwonenden van de windmolens Vaanplein hun groene stroom van elders ontvangen. Los daarvan, zoekt de gemeente samen met omwonenden de komende tijd naar wat voor hen de beste financiële tegemoetkoming wordt. Dit varieert van een lagere energierekening tot het afnemen van aandelen of de oprichting van een gebiedsfonds.